Er is de afgelopen weken veel geschreven over het boekenvak. Wie de perikelen een beetje volgt, weet waar ik op doel. En alhoewel het wel lijkt alsof journalisten, bloggers, adviseurs, hoofdredacteuren en vakgenoten de laatste dagen over elkaar heen buitelen als het gaat om meningen ventileren, is er gelukkig in ieder geval één instantie die daar wars van is. Eén instantie die – zoals het het ‘oude’ mediavak betaamt – analyseert, interpreteert en – daar waar nodig – corrigeert, zonder zich door de waan van de dag te laten leiden. Eén instantie die rustig maanden de tijd neemt voor een eenvoudige uitspraak. Eén instantie waar het boekenvak zijn inspiratie uit zou moeten halen, want wie geschoren wordt moet immers stil blijven zitten. Eén instantie… enfin, u begrijpt het, en ik zal u niet langer in spanning houden. Ik doel natuurlijk op het Commissariaat voor de Media.
Het Commissariaat voor de Media (CvdM) is door de overheid aangesteld om toepassing van de Wet op de vaste boekenprijs (Wvbp) te controleren, en bij geconstateerde overtreding een berisping of een boete op te leggen. In een eerdere blog heb ik enkele voorbeelden gegeven van waar het CvdM zich zoal mee bezig houdt. Begrijpelijk dus dat het CvdM binnen enkele dagen reageerde toen wij onze ‘bundelactie’ van e- en p-boeken aankondigden. Of we maar even binnen twee weken wilden toelichten of we een ‘bijzondere prijs’ toepasten, en zo nee, waarom niet. Uiteraard ben ik de beroerdste niet, dus twee dagen later ging mijn antwoord de deur uit. En vervolgens…. doodse stilte. Dagelijks liep ik reikhalzend naar de brievenbus om het verlossende woord te mogen vernemen. Of de hoogte van de boete natuurlijk – dat maakte me nog niet eens wat uit. Duidelijkheid is immers te prefereren boven onzekerheid, en het wangedrocht dat de Wet inmiddels is verworden moet toch nodig op de schop. Na een maand maar eens gebeld, wanneer ik antwoord zou krijgen. Onbekend, dus ik zou worden teruggemaild. En inderdaad, de volgende dag had ik een mailtje met de volgende hilarische historische woorden: “Wij hebben de zaak momenteel nog in onderzoek en zullen u te zijner tijd nader berichten over het besluit in deze zaak”. Dus niet alleen kunnen ze in Hilversum geen tijd vinden om wat common courtesy te betrachten en een ontvangstbevestiging of desnoods voorlopig antwoord te sturen (zelf moest ik wel binnen twee weken reageren!), vervolgens wordt mijn vraag (wanneer?) beantwoord met een non-antwoord (te zijner tijd).
Een beetje intelligent mens heeft aan mijn toelichting voldoende om binnen twee uur te constateren dat onze actie op geen enkele manier in strijd is met de Wvbp. De benodigde tijd is waarschijnlijk nog iets korter als de Wvbp onderwerp van je dagelijkse werkzaamheden is. Maar nee: het CvdM heeft inmiddels laten weten dat het “ernaar streeft om in ieder geval voor september 2011” uitspraak te doen. September! En dan te bedenken dat ik nog twee ideetjes heb die tegen de Wvbp aanschoppen, die ik echter pas een voor een wil uitrollen als ik weet waar ik met deze actie aan toe ben. Met andere woorden: de drie speldenprikjes die ik probeer uit te delen (want meer zijn het niet), hebben zo een doorlooptijd van een jaar. Over slagkracht gesproken!
Het wordt tijd dat het boekenvak collectief in actie komt. Niet alleen tegen de Wet, maar ook tegen het CvdM. Aan alle kanten wordt aan de stoelpoten van het vak gezaagd, maar in Hilversum wordt het credo “frustreren is het nieuwe innoveren” omarmd. Dit soort gebrek aan slagkracht kan het boekenvak op dit moment niet gebruiken.
Vind ik leuk:
Vind-ik-leuk Laden...
Read Full Post »